Vaccinatie kat

 

Waarom katten vaccineren?

Niet gevaccineerde katten lopen het risico op ernstige infectieziekten die levensbedreigend kunnen zijn. Door uw kat een eenvoudige vaccinatie te geven, kan u hem/haar een optimale bescherming geven tegen deze ziekten.


Wat is een vaccinatie?

Een vaccin zorgt voor de opbouw van een afweersysteem (via antistoffen) tegenover een welbepaalde ziekteverwekker. Wanneer uw kat de volgende keren met deze ziekteverwekker in contact komt zal hij/zij tegen de verwekker beschermd zijn.


Voornaamste ziekten bij katten

  • Kattenziekte

    Een zeer besmettelijke virusaandoening die een hoog sterftecijfer kent.
    Typische symptomen: algemene loomheid, koorts, braken, waterige tot bloederige diarree. Ook het beenmerg en de lymfeklieren kunnen aangetast worden. Dit geeft aanleiding tot een daling van de weerstand waardoor andere ziekteverwekkers (virussen en bacteriën) vrij spel krijgen.
     
  • Niesziekte of ‘kattengriep’

    Meerdere ziekteverwekkers (virussen) spelen bij deze luchtwegaandoening een rol.
    De voornaamste symptomen zijn: vermoeidheid, niezen, neusvloei en tranende ogen, oogontsteking en koorts. In sommige gevallen heeft de kat last van pijnlijke zweren in de mond, die de voedselopname kunnen belemmeren. Katten die herstellen van deze ‘kattengriep’, blijven drager van deze virussen. Ze blijven dus deze ziektekiemen verspreiden en de ziekte kan ook op latere leeftijd, wanneer de kat zwak/ziek is, terug naar boven komen.
     
  • Kattenleucose

    Leucose is één van de belangrijkste ziekten en doodsoorzaken bij katten! Het leukemievirus verspreidt zich door onderling contact. De tijd tussen de infectie en het ontstaan van de ziekte kan zeer lang in beslag nemen (soms jaren). Een kat die besmet is met dit virus kan er dus perfect gezond uitzien, maar vormt wel een groot gevaar voor haar soortgenoten.

    De ziektetekens zijn zeer uiteenlopend, waardoor er niet echt bepaalde klachten wijzen op besmetting. Enkele klachten die vaak voorkomen zijn: bloedarmoede, diarree, zwakte,…Met behulp van een bloedonderzoek kunnen we een zekere diagnose stellen.
     
  • Hondsdolheid (rabiës- razernij)

    Een virus dat levensgevaarlijk is voor alle warmbloedige dieren (hond, kat,..), ook de mens! Een kat die besmet is met dit virus, in tegenstelling tot de hond, zal eerder wegkruipen en slechts in erg uitzonderlijke gevallen bijten. Het virus komt via het speeksel in een wondje in het lichaam terecht en verspreidt zich langs de zenuwbanen naar de hersenen, waardoor het dier sterft binnen de 6 maanden. Verspreiding kan ook gebeuren via speeksel (bijtwonden) van vossen, dassen en andere dieren.

    Vaccinatie tegen hondsdolheid is verplicht voor elke kat die over de landsgrenzen heen reist. Gaat u dus met uw kat naar het buitenland (al is het maar voor een korte periode), of komt uw kat vanuit het buitenland naar u, dan moet hij/zij gevaccineerd zijn. In België is ten zuiden van Samber en Maas en op campings vaccinatie tegen rabiës NIET MEER wettelijk verplicht. Soms worden door bepaalde landen (Groot Brittanië, Ierland, Malta, Finland,..) nog extra verplichtingen ingesteld. Raadpleeg hiervoor uw dierenarts.

    Het bewijs van vaccinatie wordt in het Europees paspoort genoteerd door de dierenarts en is, voor de meeste Europese landen, 3 jaar geldig. Hou er rekening mee dat het vaccin bij de eerste vaccinatie pas 21 dagen na toediening werkzaam is. Zorg dus dat u minimum 3 weken voor vertrek uw kat laat vaccineren tegen hondsdolheid.

Vaccinatie kittens

Pasgeboren kittens krijgen van hun moeder gedurende hun eerste levensuren afweerstoffen mee via de eerste moedermelk. Deze antistoffen bieden slechts een tijdelijke bescherming aan de jonge kittens. Na het spenen dalen deze afweerstoffen echter snel zodat uw kitten weer gevoelig wordt voor deze ziektes. 

Vaccineren op dat moment zorgt voor een stimulatie van het eigen afweersysteem en de opbouw van een goede bescherming.

Traditioneel vaccinatieschema

  • De kitten vaccinaties vinden plaats op 7 weken – 9 weken – 13 weken – 26 weken. Nadien neemt de jaarlijkse vaccinatie over.
  • Binnenkatten worden gevaccineerd tegen kattenziekte en niesziekte en Leucose